dinsdag 26 april 2011

Werken rond pesten in de godsdienstles – deel 3

Discussie rond Youtube-filmpje “Fat kid beats up bully”

In onderstaand filmpje zien we de 15-jarige Casey Heynes die na jaren van terreur opkomt voor zichzelf.



Casey is het grootste deel van zijn leven gepest. Nu is hij een held in de ogen van miljoenen. Het filmpje werd op You tube geplaatst en ging in enkele uren de ganse wereld rond. Honderdduizenden reacties kwamen binnen. De meeste mensen staan achter Casey. Een enkeling kiest de kant van de pester.

Reacties:
+ I love this big kid, what a hero
+ Good lad, don’t blame him, serves the little fucker right
+ Well deserved!

- Fat kids should be bullied

Voor leerlingen die de Engelse taal machtig zijn, is het ook aangeraden om naar het Casey Heynes Full Interview te kijken:



In dit filmpje laat men Casey zelf aan het woord. Sinds de lagere school is Casey het slachtoffer van pestgedrag. Bijna elke dag wordt hij gepest. Ze noemen hem “fatty”, gooien waterballonnen naar hem, doen hem struikelen, binden hem vast aan een paal met sterke kleefband, ...
De weinige vrienden die hij had, is hij in de loop van de jaren verloren. Ze durven zijn kant niet te kiezen uit angst zelf slachtoffer te worden. Op school staat hij er dus helemaal alleen voor. Hij heeft reeds overwogen zelfmoord te plegen. Zijn vader was geschokt toen hij het filmpje zag. Hij had er geen idee van hoe ernstig het pestgedrag was dat zijn zoon moest ondergaan. Hij veroordeelt alle geweld maar is blij dat zijn zoon voor zichzelf is opgekomen. Casey heeft gehandeld uit zelfverdediging en zegt geen spijt te hebben van zijn uithaal. De school echter heeft beide jongens geschorst. Dank zij de massale steun via Youtube is het zelfvertrouwen van Casey gegroeid.

Dit materiaal is uiterst geschikt om een discussie op te starten rond het thema pesten. Op volgende vragen zou een antwoord moeten komen uit de klas:

1. Wat is je eerste reactie als je naar de clip kijkt?
2. Aan wiens kant sta je? De pester (die mep krijgt) of het slachtoffer (die zijn pester aanvalt)
3. Ga je akkoord met de stelling dat Casey handelde uit zelfverdediging?
4. Wat zou jij doen als jij zoiets zag gebeuren?
5. Heeft Casey goed gehandeld? Had hij op een andere/betere manier kunnen reageren?
6. Heeft Casey gehandeld zoals God het ons in de Bijbel heeft aangeleerd? Volgt hij het voorbeeld van Jezus?
7. Wat vind je van de straf van de school?
8. Moeten de “toeschouwers” niet eveneens gestraft worden?
9. De pester is goed weggekomen. Hij had enkel een schram op zijn knie. Zou jij je opinie veranderen indien de verwondingen erger waren? Bijvoorbeeld: dat de pester een zware hersenschudding had opgelopen.
10. Welke wijze lessen kunnen we trekken uit dit filmpje?

Leerpunten bij dit onderdeel:
Werken rond pesten in de godsdienstles bestaat uit drie onderdeeltjes: 1) dit Youtube-filmpje, 2) christendom en pesten en 3) het gebed. Mijn doelstelling hier was na te gaan hoe je het thema pesten op een boeiende manier kan integreren in de les godsdienst.
Persoonlijk zou ik opteren om te starten met het bestuderen van de bijbelteksten uit deel 2. Dit deel is vrij theoretisch maar is wel noodzakelijk. De leerlingen moeten eerst een antwoord kunnen formuleren op de volgende vragen: wat zegt de bijbel over pesten, hoe moet een christen omgaan met pestgedrag en hoe kan ons geloof ons hierbij helpen? Dit verworven inzicht kunnen ze dan praktisch gaan toepassen in de twee andere deeltjes. Bij het Youtube-filmpje leren de leerlingen moreel na te denken. Wie handelt goed? Wie handelt fout? Waarom? En hoe zou een christen, die het voorbeeld van Jezus volgt, gehandeld hebben? Het schrijven van een gebed is ook waardevol. Het is goed om af en toe stil te staan en zich te bezinnen over o.a. de dingen waarvoor je dankbaar kan zijn, de dingen die je ongelukkig maken, de manier waarop je andere mensen behandelt, ... Op deze wijze leren de leerlingen de kracht van het gebed kennen.

vrijdag 15 april 2011

Werken rond pesten in de godsdienstles - deel 2

Christendom en pesten : wat zegt de Bijbel over pesten?

We vinden het woord “pesten” niet letterlijk terug in de Bijbel. Maar dat betekent niet dat we geen nuttige informatie over het thema pesten terugvinden in de Bijbel. De Bijbel zegt juist heel veel over pesten!

Christelijke ouders zouden de volgende passages uit de Bijbel kunnen aanhalen:

Matteus 5:38-39
Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: een oog voor een oog en een tand voor een tand. En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren.

en Matteus 5:43-45
Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten. En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel.

Betekent dit dat een christen als hij gepest wordt, zich niet mag verdedigen? Moet een christen het pesten lijdzaam ondergaan? Neen, natuurlijk niet!

In Johannes 18:22-23 staat Jesus voor de hogepriester die hem ondervraagt over zijn leerlingen en over zijn leer:
Toen Jezus dat zei gaf een van de dienaren die erbij stonden, hem een klap in het gezicht: Is dat een manier om de hogepriester te antwoorden? Jesus zei: Als ik iets verkeerds gezegd heb, zeg dan wat er verkeerd was, maar als het juist is wat ik heb gezegd, waarom slaat u mij dan?

In deze passage verdedigt Jezus zichzelf met woorden én hij confronteert de pester door een verklaring te eisen voor zijn onrechtvaardige behandeling.

Wat bedoelt Jezus nu werkelijk? Hij wil dat zijn volgelingen niet geweld gaan beantwoorden met geweld. Jezus’ volgelingen moeten zich niet laten leiden door wraakgevoelens wanneer ze gepest worden. Wij mogen ons verdedigen tegen pestgedrag en onrecht maar de manier waarop we dit doen moet correct zijn. Zelfverdediging is niet hetzelfde als wraak. We kunnen onszelf verdedigen zonder diegene die ons onrecht aandoet te misbruiken of te vernederen.

In o.a. spreuken 25:28 vinden we het volgende: Iemand zonder zelfbeheersing is als een stad waarvan de muur is geslecht. Dit is alweer een ander voorbeeld uit de Bijbel dat we ons niet mogen laten leiden door wraak maar dat we op een rustige, niet-agressieve manier onze pester moeten confronteren.

De Bijbel leert ons ook om zoveel mogelijk pestgedrag uit de weg te gaan: Spreuken 17:14 Wie een ruzie begint, ontketent een stortvloed; staak de strijd voordat hij losbarst. En ook Spreuken 15:1 Een vriendelijk antwoord doet woede bedaren, krenkende woorden wakkeren toorn aan.

Christenen moeten proberen zoveel mogelijk uit de buurt te blijven van mensen met de neiging tot pesten. Wanneer de pester echter volhardt, kan het nodig zijn om voor jezelf op te komen met woorden. Kies een moment dat jijzelf kalm bent, kijk de pester in de ogen en spreek op een beheerste toon. Zeg hem dat je het niet fijn vindt wat hij doet. Zeg hem dat zijn gedrag niet grappig is maar kwetst. Maar ga niet over tot verwijten. Weersta de verleiding om terug te vechten met fysiek geweld (schoppen, slaan, duwen, enz). Dit zegt de Bijbel in Psalmen 37:8 Wind je niet op, laat je woede varen, erger je niet, dat brengt maar onheil. Agressieve reacties hebben de neiging om situaties te intensiveren en tot meer geweld te leiden. Bevecht wrede woorden niet met meer wrede woorden.

Spreuken 3, vers 4, 5 en 6 zegt ook nog het volgende: God en de mensen zullen je genegen zijn en je zult waardering ondervinden. Vertrouw op de Heer met heel je hart. Denk aan hem bij alles wat je doet, dan baant hij voor jou de weg.

We moeten vertrouwen in God en leven volgens de regels die hij ons gegeven heeft. De belangrijkste regel is “heb elkander lief”. Ons geloof biedt ons een pakket van waarden en normen aan dat ons helpt het onderscheid te maken tussen goed en kwaad. Wanneer we allemaal zijn geboden gaan volgen, wordt het samenleven zoveel mooier.

Wat heb ik nu geleerd uit het lezen en behandelen van bovenstaande bijbelfragmenten?

Het doel van dit onderdeel was na te gaan wat het christelijke geloof ons leert over pesten. Ik was verrast dat de 2000 jaar oude bijbelteksten, die door sommige sceptici beschouwd worden als “niet meer van deze tijd”, ons nog steeds een boodschap en leiddraad bieden. Gelovige mensen kunnen nog steeds het voorbeeld van Jezus volgen om problemen – zoals pesten – op een positieve manier aan te pakken.

Het inzicht dat ik verworven heb, is dat er van een christen niet verwacht wordt om pestgedrag lijdzaam te ondergaan. Een christen mag en kan zich verdedigen als hij onredelijk wordt behandeld. Echter de manier waarop hij op dit onrecht reageert, bepaalt of hij handelt volgens het voorbeeld dat Jezus ons gegeven heeft. Jezus heeft ons geleerd dat God van mensen houdt en dat wij op onze beurt van onze medemens moeten houden, ook van diegenen die ons kwaad willen doen. In de eerste plaats moet een christen proberen om pesters zoveel mogelijk uit de weg te gaan. Door altijd en iedereen vriendelijk en correct te bejegenen kunnen we in sommige gevallen pesters ontmoedigen ons uit te kiezen als slachtoffer.Wanneer we toch geconfronteerd worden met pestgedrag is de beste aanpak een gesprek aan te gaan met de pester waarin we op een rustige, beleefde manier ons standpunt kunnen verwoorden. We mogen ons zeker niet laten verleiden om te gaan schelden of om geweld te gebruiken. Dit zorgt er alleen voor dat de situatie escaleert. Lukt ook deze aanpak niet, kunnen we een vertrouwelijke persoon aanspreken die ons kan helpen een einde te maken aan het pesten.

Het is door het gebed en het lezen van de Bijbel dat God ons kan vertellen hoe we andere mensen moeten behandelen en hoe we het best omgaan met onze problemen. Bidden kan een geweldige bron van troost en kracht zijn. God kan mensen op onze weg zetten die ons kunnen helpen. Ons geloof kan ons helpen een oplossing te vinden voor problemen zoals pestgedrag.


Bronnen:
http://www.verticalthought.org/issues/vt21/school-bullies.htm
http://www.cbn.com/family/parenting/coughlin_bully1.aspx
De Bijbel: Oude en Nieuwe Testament
Pesten verpest ‘t (ISBN 90-71813-17-7)

woensdag 13 april 2011

Werken rond pesten in de godsdienstles - deel 1

Tijdens het surfen op internet ben ik dit prachtig gebed tegengekomen. Het lijkt mij een geweldig idee om op het einde van een anti-pestweek op school, de leerlingen tijdens de godsdienstles, in groepjes te laten werken en zelf een gelijkaardig gebed te laten schrijven.

Gebed

God,
Er zijn zoveel momenten
dat we wraak willen nemen:
als we geslagen worden,
als we uitgescholden worden.
Als ons onrecht wordt aangedaan,
als we gepest worden.

Help ons
om met wraakgevoelens om te gaan.
Geef ons de kracht
om niet meteen te roepen
‘Dat zet ik je betaald!’
Leer ons het geduld op te brengen
naar andere oplossingen uit te kijken.
Zet mensen op onze weg
die ons daarbij helpen.
Maak ons vrije mensen.
Dank u wel.

God,
Soms zijn we boos en opstandig tegelijk.
Vooral als we slachtoffer zijn.
Als we worden gepest, getreiterd.
Als iemand ons vernederd of in een hoek trapt.
Wij willen dan eigen rechter spelen:
“Dat zet ik je betaald!!!” roepen we dan.
Daar hebben we deze week over
gesproken en samen nagedacht.

Maar het gebeurt niet alleen bij ons.
Over de hele wereld zijn mensen op de vlucht.
Miljoenen mensen.
Zij zijn slachtoffers van het geweld in hun land.


Wij bidden u
dat gevoelens van haat en wraak
niet te sterk worden,
En dat mensen blijven geloven
in de kracht van de liefde.
Help ons daarbij.

Bron: http://bijbelse-katechese.nl/bouwstenen/varia/pomweb.htm

Werken rond pesten in de taalles: gedichten over pesten

Het thema pesten kan je ook uitwerken tijdens de taallessen. Een leuk idee is het werken met gedichten. Werken met poëzie vergroot de taal-, lees- en schrijfvaardigheid en taalbeschouwing van de leerlingen. Wanneer je in de klas werkt met gedichten is het belangrijk dat de inhoud van een gedicht dicht bij hun eigen belevingswereld ligt. Pesten is zo’n onderwerp. Zo maken de leerlingen niet alleen kennis met het lezen en schrijven van poëzie, ze leren ook dat pesten pijn doet en niet aanvaardbaar is. Twee vliegen in één klap!
Op het internet is heel wat materiaal te vinden. Ik heb een aantal gedichten geselecteerd die ikzelf bijzonder geslaagd vind. Deze gedichten zijn geschreven door kinderen. Ze belichten zowel de gevoelens van het slachtoffer als het standpunt van de pester. De gedichten hebben een opbouw in leeftijd.

Voor kleuters:

Niet pesten

Ieder mens is heel bijzonder.
De één is druk, de ander stil.
Ieder mens is een klein wonder.
Dik of dun of met een bril.

Heb je krullen? Ben je kaal?
Pesten vind je vast niet fijn.
Want pesten dat is niet normaal.
Daarmee doe je een ander pijn.

Bron: Goede manieren; Speelse versjes en rijmpjes voor kleuters over wat hoort en niet hoort
http://speelkriebel.be/6_Versjes/17_Goede_manieren/


Voor het basisonderwijs:

Ik ben het mikpunt van ellende.
ligt het nou echt allemaal aan mij?
wat doe ik fout ik weet het niet!
ben ik nou echt de enige die het ziet?
Hou nou eens op met pesten
Ik ben niet degene die jij ziet

Bron: http://www.dichtr.nl/gedichten/pesten/pesten.html

pesters maken zichzelf cool
pesters hebben dat als doel
ze proberen hun eigen problemen weg te schelden
tot dat het slachtoffer het gaat melden
dan hebben ze vreselijke spijt
en willen ze het woordje sorry kwijt
http://dichtr.nl/gedichten/pesten/pesten-is-hun-doel.html

Een Pestkopje

Er was eens een verschrikkelijk pestkopje,
Van alles maakte hij een mopje
Zelfs deed hij zijn klasgenoten verdriet,
Dat wist hij helemaal niet.
Hij kon alleen maar pesten,
Daarin was hij de beste!
Hij deed iedereen pijn,
Maar in zijn hartje was hij oh, zo klein
Op de speelplaats stond hij steeds alleen,
Want iedereen vond hem gemeen
Eigenlijk wil hij het pesten laten,
Want wat telt zijn echte maten.

Lennert Maes, Leuven (5de leerjaar)
Bron: http://www.antipestteam.be/000001955710ca001/index.html


Aan pesten
doe ik vaak
mee
Met een
leger tegen
één
Kwetsende kanonnen
struikelen over
mijn lippen
Wie stopt dit gevecht?

Anaelle Delhaye, Beselare
Bron: http://www.antipestteam.be/000001955710ca001/index.html


Voor tieners:

14 jaar
Stil, zwijgend en verwonderd luisterde ik,
Een half uur lang.
Het was,
alsof een bak met vuil werd leeggegooid,
ogen gevuld met tranen.
Struikelend kwamen woorden,
een stem, die trilde en
kijkend naar de grond.
Het verhaal van
een hopeloos stukje mens.

Onbegrijpelijk!

Werd een jaar lang gepest met woorden,
woorden die snijden door zijn ziel.
Sprak er met niemand over,
bang voor de gevolgen,
bang voor “lichamelijk” geweld.
Koos voor het “geestelijke” geweld.
Het geestelijke geweld van:
angst, onzekerheid, er niet bij horen,
aan de kant gezet, negeren,
zwijgen altijd maar zwijgen,
zwijgen, zwijgen en nog eens zwijgen,
kropte alles op.
Een leventje, met een enorme muur omheen gebouwd.
Lag ‘s avonds stil te huilen op bed.
Een jaar lang gepest!

Een schreeuw uit mijn hart:…… God.

Meer woorden had ik niet.
Hier zit een hopeloos stukje mens,
in de hoek getrapt door anderen.

Cees van Wijgerden
Bron: http://www.tienergedichten.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=32&Itemid=48


Verworven inzicht:

De gedichten kunnen klassikaal of in groepjes besproken worden. Op deze manier maken de leerlingen niet alleen kennis met poëzie en leren ervan te genieten. Even belangrijk is het dat de leerlingen de gevoelens die in de gedichten uitgesproken zijn leren herkennen. Pesters leren begrijpen dat pesten pijn doet en soms tot vreselijke gevolgen kan leiden. Slachtoffers leren dat de schuld niet bij hen ligt en dat praten over je problemen met een vertrouwde volwassene de enige oplossing is. Meelopers beseffen dat ze het moeten opnemen voor het slachtoffer. Kortom, niet alleen de taalvaardigheid van de leerlingen verhoogt, ze worden er ook socialere mensen van.

Werken rond pesten in de muziekles : “Hoe mooi”, het anti-pestlied van Yeti

Het werken rond het thema pesten moet niet beperkt blijven tot de wereldoriëntatielessen. Ook in andere lessen kan het thema een meerwaarde geven.

Juf Sofie had in het vraaggesprek verteld over een anti-pestlied. Het leek mij een leuk idee om daar verder op in te gaan.

Het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten organiseert elk jaar een Vlaamse Week tegen pesten. Scholen en jeugdbewegingen worden opgeroepen te participeren aan deze manifestatie. Zo wordt in het kader van deze campagne ook een anti-pestlied gekozen. Voor 2011 werd het liedje “Hoe mooi” geselecteerd. Dit nummer werd geschreven door Phillibustas, LC Moraïs en Yeti. Het is een cool rapnummertje dat jongeren zeker aanspreekt. Ook de tekst is vrij humoristisch. Het is de bedoeling dat de deelnemende scholen het liedje aan hun leerlingen aanleren, zo ook de bijpassende danspasjes. Op de laatste dag van de campagne wordt het liedje op de speelplaats door alle leerlingen samen gezongen en gedanst. Het is een mooie afsluiting van deze anti-pestcampagne.



“Hoe mooi”
Featuring Phillibustas & LC Moraïs
Nanana nana nanana nana…

Er is geen verschil of ge ros, dik of klein zijt
Loopt als nen olifant of zingt als een berggeit
Het maakt niet uit of uwe neus op een erwt lijkt
En of er op uw jas, trui of broek ook een merk prijkt
En ook al kunde maar één been bewegen
Hebde vingers teveel eczeem of maar zeven tenen
’t is geen facebook, iedereen heeft gebreken
Waarin we overeen komen, dàt willen we weten

Refrein
Hoe mooi zou de wereld zijn als iedereen zou samenwerken?
Als ge het door mijn ogen bekijkt dan is iedereen gelijk
We zijn allemaal uniek, maar we blijven wel allemaal mensen
En als iedereen het ziet, dan zou de wereld mooier zijn

Behandel uw naaste altijd met respect
We zijn allemaal mensen en gelijk voor de wet
Ge hebt recht op een mening, net als de rest
Maak gebruik van uw stem, maar let op wat ge zegt
Gooi uw oogkleppen weg, hou rekening met
Iedereen die ge kent en dan doet ge uw best
Want een betere wereld begint bij uzelf
En ge kunt pas op weg als ook gij dat beseft

Nanana nana nanana nana…

Refrein

Break
De wereld zou mooier zijn, de wereld zou mooier zijn (2 X)
De wereld zou mooier zijn als we allemaal samenwerken

Nanana nana nanana nana…

Refrein (2 X)

Hoe mooi zou de wereld zijn als iedereen zou samenwerken?


Bronnen:
http://www.yeti.be/iedereenanders
http://www.kieskleurtegenpesten.be

Vraaggesprek met Juf Sofie, kleuteronderwijzeres in De Negensprong te Everberg


Is er een preventief beleid op school? Vb. hangen er posters in de gangen die oproepen te stoppen met pesten, worden er op voorhand klare afspraken gemaakt, duidelijke grenzen gesteld en maatregelen afgesproken i.v.m. pesten, enz?

Het preventief beleid is uitgeschreven door onze school in onze brochure “Help, mijn kind wordt gepest! — Pestbeleid De Negensprong”. Deze brochure begint met een voorwoord. Daarna wordt het verschil tussen plagen en pesten uitgelegd: plagen gebeurt spontaan. Wanneer je iemand plaagt, heb je niet de bedoeling om iemand te kwetsen. Pesten daarentegen gebeurt met opzet. De pester wil iemand bewust kwetsen. Pesten gebeurt systematisch en kan lang duren. De strijd is steeds ongelijk. Andere punten die aan bod komen in de brochure zijn de signalen waaraan ouders kunnen afleiden dat hun kind mogelijk gepest wordt op school, op welke wijze ouders contact kunnen opnemen met de school en hoe De Negensprong het pestprobleem aanpakt.

Wij hebben op school ook eens een project in verband met “de droomschool” gedaan. Pesten werd daarin verwerkt. Daar was ook een anti-pestliedje bij. In het vierde leerjaar is er een stagiaire geweest die verkeersborden heeft uitgewerkt: we duwen niet, we schelden niet en dat met een rode streep erover. In alle klassen worden in de WO thema’s geregeld gewerkt rond pesten. De juf van het vijfde leerjaar haalt activiteiten uit de brochure “anti-pestival” (*) als er een pestprobleem in haar klas is. We hebben ook een spiegel in de gang aan de hoofdingang en daar moeten pesters tegen zichzelf zeggen wat ze voorheen tegen het slachtoffer hebben gezegd. Dan moeten ze bijvoorbeeld “onnozelaar” tegen hun eigen spiegelbeeld zeggen.

In de kleuterklassen werken met thema’s. Elke week werken we een thema uit rond gevoelens. In de eerste, tweede en derde kleuterklas werken we met “de doos rond gevoelens” en bij de 2,5-jarigen met “Hopla het konijn”. De vier gevoelens zijn: bang, boos, blij en verdrietig. Bij verdrietig komt iemand pijn doen en geen vriendje willen zijn aan bod.

Welke methode wordt gebruikt bij pestgedrag? Vb. blijft het enkel bij praten met de pester/slachtoffer of wordt er soms ook overgegaan tot straffen van de pester?

De Negensprong heeft ervoor gekozen om pestproblemen aan te pakken met de “No Blame Methode”.




Sofie legt in bovenstaande filmfragment de 7 stappen uit.
1. Een gesprek met het slachtoffer
2. Bijeenkomst met de groep
3. Het probleem uitleggen
4. Verantwoordelijkheid uitdelen
5. Voorstellen formuleren
6. Wachten
7. De evaluatie

Bij zeer ernstig pestgedrag heeft Juf Noëlla ook nog de “bommethode”. Dan moeten ze bij haar op bureau komen en moeten ze het formulier “Beter omgaan met elkaar – Ik denk na over mijn gedrag – Mijn 5-stappenplan” invullen, waarna ze het moeten laten ondertekenen door hun ouders.
Als het pesten niet systematisch is of niet altijd tussen dezelfde pester en slachtoffer, wordt het probleem bekeken klas per klas, kind per kind en situatie per situatie.

Wordt er tegenwoordig meer gepest op school dan vroeger?

Ik heb die vraag gesteld aan collega’s en zij denken van niet. Pesten is iets van alle tijden. Ze vermoeden van niet. Dat is de algemene indruk.

Hoe en wanneer worden ouders betrokken bij pestgedrag op school?

Enkel als het pestgedrag zeer ernstig is, worden de ouders op de hoogte gebracht. Ze krijgen dan de brochure “HELP, ik wordt gepest!” mee. In alle andere gevallen proberen wij de ouders er buiten te houden. Want als beide partijen – de ouders van de pester en de ouders van het slachtoffer – samen komen, wordt het conflict meestal erger. Dan gaat het tussen de ouders verder. We proberen het dus meestal zonder tussenkomst van de ouders op te lossen.

Waarom worden kinderen pestkoppen?

Het antwoord op deze vraag vind je in de brochure van anti-pestival (*). Er zijn verschillende redenen waarom kinderen beginnen met pesten. Soms zijn het kinderen met een lage sociale intelligentie; ze weten niet hoe ze contact moeten leggen met andere kinderen. Het kan ook zijn dat ze hun gebrek aan zelfvertrouwen willen verbergen door te gaan pesten. Of de pester probeert zelf populairder te worden in de groep door een ander kind te gaan pesten. Ze willen opvallen. Er zijn meestal drie groepen betrokken bij pesterijen: de zondebok, de pester en de meelopers. De meelopers rapporteren pestgedrag niet bij de leerkracht omdat ze stoer gedrag leuk vinden of omdat ze zelf bang zijn om gepest te worden.

Is er een type kind dat meer het slachtoffer wordt van pestgedrag?

Eigenlijk zijn de slachtoffers niet de kinderen die echt iets voor hebben. We hebben bijvoorbeeld een kindje wiens sleutelbeen is overgetrokken bij de geboorte en dat nu een lam armpje heeft. Wel, dat kind zal niet gepest worden. Of er is ook een hyperkinetisch kindje; dat wordt ook niet gepest. Kinderen die gepest worden zijn eerder bijvoorbeeld een jongen die net iets kleiner is als de andere jongens in zijn klas of een gevoelig iemand die sneller weent. Met kinderen die echt iets serieus hebben, wordt niet gelachen. Daar hebben ze hier in Everberg toch het goeie gevoel van medelijden en respect bij. Ze gaan wel pesten voor kleinere dingen.

Hoe wordt in de meeste gevallen gepest? Vb. leerlingen worden uitgelachen of uitgescholden, worden uit de groep gesloten, worden bedreigd, worden geslagen, spullen worden stuk gemaakt of weggenomen.

De manier van pesten blijft bij ons redelijk beperkt tot uitlachen, uitschelden en niet mogen meespelen. Gelukkig komt het bij ons op school niet tot vernielen, spullen wegnemen of echt gaan slaan. Nee, zo’n dingen niet. Op dat gebied zijn wij een brave school. Dit is een landelijke school; misschien dat scholen in de stad daar wel meer problemen mee hebben. Daar durven ze al eens een keer een mes meebrengen. Hier voorlopig niet en dat gaan we zo houden!

Hoe vang je als leerkracht de signalen op dat er een pestprobleem in je klas is?

Het zijn vooral de andere kinderen of de ouders van het slachtoffertje die je inlichten. Het slachtoffertje zal dat in de meeste gevallen niet zelf komen vertellen. Ze gaan daar niet zelf zo rap mee naar buiten komen uit schaamte en waarschijnlijk uit het gevoel van angst :”Ze gaan mij nog meer pesten want ik ben een klikspaan”. Het komt dus van medeklasgenoten en van de ouders.

Bespreek je een pestprobleem in je klas ook met je collega’s, directie?

Ja, op personeelsvergaderingen wordt dat zeker besproken, zo ook met de zorgleerkracht. Op deze wijze is iedereen alert en weet iedereen waarover het gaat en kan er op tijd ingegrepen worden. Ook de mensen die toezicht houden op de speelplaats worden ingelicht. Het is vooral op de speelplaats dat het pesten gebeurt. Daar zijn ze vrijer en hebben ze meer kans.

Is er al pestgedrag in de kleuterklas? Hoe uit zich dat?

Echt pesten komt niet voor in de kleuterklas. Je hebt dat daar niet dat de ene persoon boven de andere staat. En bij pesten is dat wel het geval. In de kleuterschool is het meer van: “jij mag niet meespelen” maar de volgende keer mag dat kind wel meespelen. Het is niet systematisch. Dé zin op de speelplaats is: “jij mag toch niet naar mijn verjaardagsfeestje komen”. Op de kleuterschool blijft het eigenlijk beperkt tot een keer niet mogen meespelen en “jij mag niet naar mijn feestje komen” maar een dag erop of een uur later is dat gedaan. Het is niet zo dat ze steeds terug opnieuw datzelfde slachtoffer gaan uitzoeken. Dat is in een kleuterschool niet. Dat is meer maar een beetje plagen.

Hoe breng je waarden en normen aan bij kleuters?

We werken vooral met prentenboeken en poppenspel. We werken in het begin van het schooljaar ook rond het thema “Ik en mijn vriendjes”. Elke keer dat er nieuwe vriendjes bijkomen, ga ik daar terug rond werken: speelgoed delen, lief zijn voor elkaar, niet pijn doen. Verder is het ook belangrijk als leerkracht zelf het goede voorbeeld te geven. Kleuters imiteren hun juf. Als je zelf een opmerking maakt zoals: “’t Was weer te denken dat jij dat zo weer ging doen” ... ja, dat kan niet. Blijven positief zijn, blijven waarderen, ook kinderen die het eigenlijk niet doen zoals jij het graag zou hebben. Dat en kort op de bal spelen. Je merkt iets en je probeert daar op in te spelen en over te praten, hoe klein ze ook zijn ...


Sofie, hartelijk dank voor dit vraaggesprek! Ik waardeer je hulp enorm. Je enthousiasme voor het beroep van kleuteronderwijzeres werkt erg aanstekelijk.

Bronnen:

(*) de brochure van “anti-pestival” is te downloaden op volgend adres:

http://www.123lesidee.nl/index.php/site/out/7019


De brochure biedt verschillende activiteiten aan: er kan gewerkt worden rond twee gedichten of een fragment uit een boek, er kan een anti-pesttest ingevuld of een anti-pestcontract ondertekend worden. Aan de hand van vraagjes wordt er ook duidelijk het verschil gemaakt tussen plagen en pesten en wordt geleerd hoe om te gaan met verschillende pestsituaties.

Het doel van dit onderdeel was te gaan kijken hoe een school en een kleuterlerares pestgedrag effectief aanpakken. Ik ben Juf Sofie, haar collega’s en directie heel dankbaar dat ze mij te woord hebben willen staan.
Ik vind het zeer positief dat steeds meer Vlaamse scholen een eigen pestbeleid uitwerken en dat alle actoren daar ook constructief aan meewerken. De nadruk valt op preventie. Reeds op jonge leeftijd worden kinderen via prentenboeken en poppenkast een pakket aan waarden en normen aangeboden: iedereen is je vriendje, wees lief en deel je speelgoed, ... Ook in de lagere school wordt er preventief verder gewerkt en als er zich toch een probleem voordoet, hebben de leerkrachten een strategie om het probleem op een positieve manier aan te pakken. Wat ik ook enorm positief vond, is dat iedereen van het onderwijzend personeel en opvoeders wordt ingelicht als een probleem zich voordoet. Zo is iedereen op de hoogte en kan er effectief worden opgetreden. Ik was verheugd te lezen dat ook middelbare scholen dezelfde weg opgaan. Zo staat in de brochure van de Oud-leerlingenbond van het Paridaens Instituut Leuven (35e jaargang – nr 2 - april 2011) (mijn moeder is oud-leerling) dat de school tijdens de Vlaamse Week tegen Pesten 2011 ook een preventie- en sensibiliseringscampagne hebben uitgewerkt rond het thema pesten. Ze dienden hun campagnevoorstel in bij Het Vlaams Netwerk tegen Pesten en wonnen er zelfs de Pesten-kan-niet-prijs mee die uitgereikt wordt aan de school die zich het meest intensief bezighoudt met pestpreventie en een aangenaam schoolklimaat!

Ik geloof echt in het principe van jong geleerd, oud gedaan. Als we een kind leren om op een positieve manier om te gaan met zijn medemens, of deze nu gehandicapt is, homoseksueel, een beetje te dik, te klein, te mager, of een hoofdoekje draagt, ...., dan heeft hij/zij zich als volwassene een basis aan waarden en normen eigen gemaakt en zal hij/zij zich daar ook naar gedragen. De basis voor onze moraliteit wordt gelegd in de kinderjaren. Daarom vind ik het zo belangrijk dat scholen zich niet alleen richten op enkel het doorgeven van kennis maar zich ook engageren om kinderen en jongeren te helpen socialere en creatievere mensen te worden.

zondag 3 april 2011

Extra literatuur: Pesten verpest ‘t – Met kinderen in gesprek over pesten en gepest worden

Dit boekje (± 60 pagina’s) is een uitgave van Stichting Chris (de landelijke werkende stichting voor Christelijke Kinder- en Jeugdhulp in Nederland). In België wordt het boekje verdeeld door het Centrum voor Pastorale Counselling v.z.w. te Heverlee.

In het voorwoord wordt het boek omschreven als een “praatboek”. Het doel van dit praatboek is om ouders en opvoeders een beginpunt aan te reiken om met kinderen en jongeren te gaan praten over het thema pesten. Het tracht aan de hand van een aantal verhalen kinderen een dieper inzicht te geven over wat pesten is en hoe ze met pestgedrag moeten omgaan. Zo wordt er o.a. beklemtoond dat praten over het probleem met een vertrouwde volwassene vaak de beste oplossing is. Een groot percentage van alle gepeste kinderen praat er niet over omdat ze bang zijn om het probleem alleen maar groter te maken. Deze hardnekkige foute redenering wordt in het boek weerlegd.

Het boekje begint met wat achtergrondinformatie: pesten wordt duidelijk omschreven alsook het verschil tussen plagen en pesten en de kenmerken van slachtoffers en pestkoppen. Er wordt ook verklaard waarom pesten vaak lang verborgen blijft, welke psychische oorzaken aan het pestgedrag ten grondslag liggen en welke de de gevolgen voor zowel de pester als de gepeste zijn op de lange termijn. Dit informatief blokje eindigt met concrete adviezen voor ouders, leerkrachten en andere volwassenen die te maken krijgen met een pestsituatie.

In het boekje zijn vier verhalen opgenomen: Waar is Lisette?, Peter krijgt een vriend, Karin pest nu zelf en Michiel is ten einde raad. De verhalen hebben een opbouw in leeftijd. Het is de bedoeling dat ouders/leerkrachten en kinderen samen de verhalen lezen én bespreken. Achter elk verhaal staat een aantal gespreksvragen die het gesprek op gang kunnen trekken.

Het eerste verhaal is bedoeld voor kleuters. De vijfjarige Lisette wordt op het speelplein gepest door Marco. Ze vlucht in paniek weg. Wanneer haar ongeruste mama haar terugvindt en Lisette haar verhaal doet, blijkt dat Marco ook op school de pestkop uithangt. Lisette heeft dat echter nooit thuis verteld. In dit verhaal wordt de kleuters aangeleerd niet te zwijgen over pesten maar om een volwassene hierover aan te spreken. De mama van Lisette reageert ook op een rustige manier, zonder verwijten te maken. Dit geeft Lisette de kans en de moed om verder te praten over haar probleem. Ze voelt zich beschermd. Marco heeft spijt van zijn gedrag en komt sorry zeggen. Het verhaal gaat dus ook in op het betuigen van spijt en het vergiffenis schenken.
Het tweede verhaal is bedoeld voor kinderen van 6 tot en met 8 jaar. Peter heeft vriendschap gesloten met de zondebok van de klas. Het resultaat is dat hij nu ook uitgesloten wordt. In dit verhaal wordt de rol van de ouders erg benadrukt. De moeder van Peter heeft snel door dat Peter een probleem heeft en vraagt hem om haar in vertrouwen te nemen. De moeder van Peter’s beste vriend doet het helemaal fout. Ze doet of ze niets ziet als haar zoon zijn voormalige beste vriend in de winkel negeert. Ze steunt het pestgedrag van haar zoon in plaats van hem op de vingers te tikken. Ouders moeten leren welke signalen kinderen uitzenden als ze gepest worden of als ze een pestkop zijn. De ouders mogen deze signalen niet negeren maar er juist op inspelen. De pester moet gecorrigeerd worden of hij zal zijn pestgedrag verder zetten in zijn volwassen leven. Het slachtoffer moet ook geholpen worden zodat hij zijn eigenwaarde en zelfvertrouwen terug kan opbouwen.
Het derde verhaal is bedoeld voor kinderen van 9 tot 11 jaar. Karin is op de vorige school het slachtoffer geweest van pestgedrag. Op de nieuwe school wordt ze wel aanvaard maar gaat ze met de anderen een ander meisje pesten. Ze weet best dat pesten niet fijn is en toch speelt ze het spelletje mee om bij de groep te kunnen horen. Het verhaal waarschuwt kinderen die gepest werden om niet zelf te gaan pesten als ze hiervoor de kans krijgen. Verder wordt er ook verteld dat kinderen naar de kindertelefoon kunnen bellen als ze een probleem hebben.
Het laatste verhaal is geschikt voor jonge tieners. Michiel wordt gepest maar praat hierover met niemand. Hij hoopt dat als hij geen actie onderneemt de pesters vanzelf gaan stoppen met hun pestgedrag. Dit is niet zo want de pesters vinden dit net grappig. De pesterijen gaan erg ver: het blijft niet alleen bij uitschelden en het uit de groep stoten; de spullen van Michiel worden vernield en hij wordt afgeperst. Hij durft zich echter niet te verweren. Michiel onderneemt een zelfmoordpoging. In dit verhaal wordt jongeren duidelijk aangeleerd dat alles opkroppen kan leiden tot zware depressie en gedachten over zelfdoding en dat praten over je problemen met een volwassene nodig is. De pesters aan de andere kant leren dat pesten niet leuk is en tot vergaande gevolgen kan leiden. Ze leren dat ze verantwoordelijk zijn voor hun gedragingen.

Persoonlijk vind ik het een praktisch boekje. Het is vrij beknopt maar de essentiële informatie is aanwezig. De verhalen zijn zeker bruikbaar als gespreksopener over pesten. Ik was zeer verrast over het cijfermateriaal dat gegeven wordt: o.a. ‘in het basisonderwijs grijpt de leerkracht volgens 80 % van de leerlingen niet in, terwijl dit in het secundair onderwijs volgens 98 % van de leerlingen niet gebeurt’. Dit zijn halucinante cijfers! Het zijn weliswaar cijfers uit 1999 en ik hoop dat met alle projecten in verband met pesten die er de laatste jaren in de scholen werden gehouden, dat deze cijfers tegenwoordig minder hoog zijn. Toch toont dit ook weer aan hoe belangrijk het is om op school over pesten te praten en om leerkrachten voldoende weerbaar te maken om dit probleem – zowel preventief als daadwerkelijk – aan te pakken.

Kinderen hebben nood aan structuur en begeleiding op hun weg naar volwassenheid. Leerkrachten kunnen hier een belangrijke rol spelen. De verhalen in dit boek zijn bedoeld om kinderen een inzicht te geven over goed en kwaad, over goed handelen en immoreel handelen. Basiswaarden en -normen worden aangeboden: pesten doet pijn en is onaanvaardbaar en behandel iedereen met respect. Ook wordt er nadruk gelegd op het melden van pestgedrag en het zoeken naar hulp.

Bron: Pesten verpest ‘t – ISBN: 90-71813-17-7 (uitgave: 1999)


Leerpunten en inzichten
Met dit boek sluit ook ik tevens het onderdeel “Extra literatuur” af. Het leerdoel van dit deeltje was na te gaan wat het aanbod van boeken is die pesten als thema hebben. Het is duidelijk dat jeugdschrijvers dit onderwerp niet uit de weg gaan! Voor elke leeftijdscategorie is er meer dan voldoende materiaal om te gaan werken rond pestgedrag. Een gemotiveerde leerkracht zal het heus niet moeilijk vinden om de geschikte literatuur te vinden die zijn/haar leerlingen zal aanspreken en activeren.