woensdag 13 april 2011

Vraaggesprek met Juf Sofie, kleuteronderwijzeres in De Negensprong te Everberg


Is er een preventief beleid op school? Vb. hangen er posters in de gangen die oproepen te stoppen met pesten, worden er op voorhand klare afspraken gemaakt, duidelijke grenzen gesteld en maatregelen afgesproken i.v.m. pesten, enz?

Het preventief beleid is uitgeschreven door onze school in onze brochure “Help, mijn kind wordt gepest! — Pestbeleid De Negensprong”. Deze brochure begint met een voorwoord. Daarna wordt het verschil tussen plagen en pesten uitgelegd: plagen gebeurt spontaan. Wanneer je iemand plaagt, heb je niet de bedoeling om iemand te kwetsen. Pesten daarentegen gebeurt met opzet. De pester wil iemand bewust kwetsen. Pesten gebeurt systematisch en kan lang duren. De strijd is steeds ongelijk. Andere punten die aan bod komen in de brochure zijn de signalen waaraan ouders kunnen afleiden dat hun kind mogelijk gepest wordt op school, op welke wijze ouders contact kunnen opnemen met de school en hoe De Negensprong het pestprobleem aanpakt.

Wij hebben op school ook eens een project in verband met “de droomschool” gedaan. Pesten werd daarin verwerkt. Daar was ook een anti-pestliedje bij. In het vierde leerjaar is er een stagiaire geweest die verkeersborden heeft uitgewerkt: we duwen niet, we schelden niet en dat met een rode streep erover. In alle klassen worden in de WO thema’s geregeld gewerkt rond pesten. De juf van het vijfde leerjaar haalt activiteiten uit de brochure “anti-pestival” (*) als er een pestprobleem in haar klas is. We hebben ook een spiegel in de gang aan de hoofdingang en daar moeten pesters tegen zichzelf zeggen wat ze voorheen tegen het slachtoffer hebben gezegd. Dan moeten ze bijvoorbeeld “onnozelaar” tegen hun eigen spiegelbeeld zeggen.

In de kleuterklassen werken met thema’s. Elke week werken we een thema uit rond gevoelens. In de eerste, tweede en derde kleuterklas werken we met “de doos rond gevoelens” en bij de 2,5-jarigen met “Hopla het konijn”. De vier gevoelens zijn: bang, boos, blij en verdrietig. Bij verdrietig komt iemand pijn doen en geen vriendje willen zijn aan bod.

Welke methode wordt gebruikt bij pestgedrag? Vb. blijft het enkel bij praten met de pester/slachtoffer of wordt er soms ook overgegaan tot straffen van de pester?

De Negensprong heeft ervoor gekozen om pestproblemen aan te pakken met de “No Blame Methode”.




Sofie legt in bovenstaande filmfragment de 7 stappen uit.
1. Een gesprek met het slachtoffer
2. Bijeenkomst met de groep
3. Het probleem uitleggen
4. Verantwoordelijkheid uitdelen
5. Voorstellen formuleren
6. Wachten
7. De evaluatie

Bij zeer ernstig pestgedrag heeft Juf Noëlla ook nog de “bommethode”. Dan moeten ze bij haar op bureau komen en moeten ze het formulier “Beter omgaan met elkaar – Ik denk na over mijn gedrag – Mijn 5-stappenplan” invullen, waarna ze het moeten laten ondertekenen door hun ouders.
Als het pesten niet systematisch is of niet altijd tussen dezelfde pester en slachtoffer, wordt het probleem bekeken klas per klas, kind per kind en situatie per situatie.

Wordt er tegenwoordig meer gepest op school dan vroeger?

Ik heb die vraag gesteld aan collega’s en zij denken van niet. Pesten is iets van alle tijden. Ze vermoeden van niet. Dat is de algemene indruk.

Hoe en wanneer worden ouders betrokken bij pestgedrag op school?

Enkel als het pestgedrag zeer ernstig is, worden de ouders op de hoogte gebracht. Ze krijgen dan de brochure “HELP, ik wordt gepest!” mee. In alle andere gevallen proberen wij de ouders er buiten te houden. Want als beide partijen – de ouders van de pester en de ouders van het slachtoffer – samen komen, wordt het conflict meestal erger. Dan gaat het tussen de ouders verder. We proberen het dus meestal zonder tussenkomst van de ouders op te lossen.

Waarom worden kinderen pestkoppen?

Het antwoord op deze vraag vind je in de brochure van anti-pestival (*). Er zijn verschillende redenen waarom kinderen beginnen met pesten. Soms zijn het kinderen met een lage sociale intelligentie; ze weten niet hoe ze contact moeten leggen met andere kinderen. Het kan ook zijn dat ze hun gebrek aan zelfvertrouwen willen verbergen door te gaan pesten. Of de pester probeert zelf populairder te worden in de groep door een ander kind te gaan pesten. Ze willen opvallen. Er zijn meestal drie groepen betrokken bij pesterijen: de zondebok, de pester en de meelopers. De meelopers rapporteren pestgedrag niet bij de leerkracht omdat ze stoer gedrag leuk vinden of omdat ze zelf bang zijn om gepest te worden.

Is er een type kind dat meer het slachtoffer wordt van pestgedrag?

Eigenlijk zijn de slachtoffers niet de kinderen die echt iets voor hebben. We hebben bijvoorbeeld een kindje wiens sleutelbeen is overgetrokken bij de geboorte en dat nu een lam armpje heeft. Wel, dat kind zal niet gepest worden. Of er is ook een hyperkinetisch kindje; dat wordt ook niet gepest. Kinderen die gepest worden zijn eerder bijvoorbeeld een jongen die net iets kleiner is als de andere jongens in zijn klas of een gevoelig iemand die sneller weent. Met kinderen die echt iets serieus hebben, wordt niet gelachen. Daar hebben ze hier in Everberg toch het goeie gevoel van medelijden en respect bij. Ze gaan wel pesten voor kleinere dingen.

Hoe wordt in de meeste gevallen gepest? Vb. leerlingen worden uitgelachen of uitgescholden, worden uit de groep gesloten, worden bedreigd, worden geslagen, spullen worden stuk gemaakt of weggenomen.

De manier van pesten blijft bij ons redelijk beperkt tot uitlachen, uitschelden en niet mogen meespelen. Gelukkig komt het bij ons op school niet tot vernielen, spullen wegnemen of echt gaan slaan. Nee, zo’n dingen niet. Op dat gebied zijn wij een brave school. Dit is een landelijke school; misschien dat scholen in de stad daar wel meer problemen mee hebben. Daar durven ze al eens een keer een mes meebrengen. Hier voorlopig niet en dat gaan we zo houden!

Hoe vang je als leerkracht de signalen op dat er een pestprobleem in je klas is?

Het zijn vooral de andere kinderen of de ouders van het slachtoffertje die je inlichten. Het slachtoffertje zal dat in de meeste gevallen niet zelf komen vertellen. Ze gaan daar niet zelf zo rap mee naar buiten komen uit schaamte en waarschijnlijk uit het gevoel van angst :”Ze gaan mij nog meer pesten want ik ben een klikspaan”. Het komt dus van medeklasgenoten en van de ouders.

Bespreek je een pestprobleem in je klas ook met je collega’s, directie?

Ja, op personeelsvergaderingen wordt dat zeker besproken, zo ook met de zorgleerkracht. Op deze wijze is iedereen alert en weet iedereen waarover het gaat en kan er op tijd ingegrepen worden. Ook de mensen die toezicht houden op de speelplaats worden ingelicht. Het is vooral op de speelplaats dat het pesten gebeurt. Daar zijn ze vrijer en hebben ze meer kans.

Is er al pestgedrag in de kleuterklas? Hoe uit zich dat?

Echt pesten komt niet voor in de kleuterklas. Je hebt dat daar niet dat de ene persoon boven de andere staat. En bij pesten is dat wel het geval. In de kleuterschool is het meer van: “jij mag niet meespelen” maar de volgende keer mag dat kind wel meespelen. Het is niet systematisch. Dé zin op de speelplaats is: “jij mag toch niet naar mijn verjaardagsfeestje komen”. Op de kleuterschool blijft het eigenlijk beperkt tot een keer niet mogen meespelen en “jij mag niet naar mijn feestje komen” maar een dag erop of een uur later is dat gedaan. Het is niet zo dat ze steeds terug opnieuw datzelfde slachtoffer gaan uitzoeken. Dat is in een kleuterschool niet. Dat is meer maar een beetje plagen.

Hoe breng je waarden en normen aan bij kleuters?

We werken vooral met prentenboeken en poppenspel. We werken in het begin van het schooljaar ook rond het thema “Ik en mijn vriendjes”. Elke keer dat er nieuwe vriendjes bijkomen, ga ik daar terug rond werken: speelgoed delen, lief zijn voor elkaar, niet pijn doen. Verder is het ook belangrijk als leerkracht zelf het goede voorbeeld te geven. Kleuters imiteren hun juf. Als je zelf een opmerking maakt zoals: “’t Was weer te denken dat jij dat zo weer ging doen” ... ja, dat kan niet. Blijven positief zijn, blijven waarderen, ook kinderen die het eigenlijk niet doen zoals jij het graag zou hebben. Dat en kort op de bal spelen. Je merkt iets en je probeert daar op in te spelen en over te praten, hoe klein ze ook zijn ...


Sofie, hartelijk dank voor dit vraaggesprek! Ik waardeer je hulp enorm. Je enthousiasme voor het beroep van kleuteronderwijzeres werkt erg aanstekelijk.

Bronnen:

(*) de brochure van “anti-pestival” is te downloaden op volgend adres:

http://www.123lesidee.nl/index.php/site/out/7019


De brochure biedt verschillende activiteiten aan: er kan gewerkt worden rond twee gedichten of een fragment uit een boek, er kan een anti-pesttest ingevuld of een anti-pestcontract ondertekend worden. Aan de hand van vraagjes wordt er ook duidelijk het verschil gemaakt tussen plagen en pesten en wordt geleerd hoe om te gaan met verschillende pestsituaties.

Het doel van dit onderdeel was te gaan kijken hoe een school en een kleuterlerares pestgedrag effectief aanpakken. Ik ben Juf Sofie, haar collega’s en directie heel dankbaar dat ze mij te woord hebben willen staan.
Ik vind het zeer positief dat steeds meer Vlaamse scholen een eigen pestbeleid uitwerken en dat alle actoren daar ook constructief aan meewerken. De nadruk valt op preventie. Reeds op jonge leeftijd worden kinderen via prentenboeken en poppenkast een pakket aan waarden en normen aangeboden: iedereen is je vriendje, wees lief en deel je speelgoed, ... Ook in de lagere school wordt er preventief verder gewerkt en als er zich toch een probleem voordoet, hebben de leerkrachten een strategie om het probleem op een positieve manier aan te pakken. Wat ik ook enorm positief vond, is dat iedereen van het onderwijzend personeel en opvoeders wordt ingelicht als een probleem zich voordoet. Zo is iedereen op de hoogte en kan er effectief worden opgetreden. Ik was verheugd te lezen dat ook middelbare scholen dezelfde weg opgaan. Zo staat in de brochure van de Oud-leerlingenbond van het Paridaens Instituut Leuven (35e jaargang – nr 2 - april 2011) (mijn moeder is oud-leerling) dat de school tijdens de Vlaamse Week tegen Pesten 2011 ook een preventie- en sensibiliseringscampagne hebben uitgewerkt rond het thema pesten. Ze dienden hun campagnevoorstel in bij Het Vlaams Netwerk tegen Pesten en wonnen er zelfs de Pesten-kan-niet-prijs mee die uitgereikt wordt aan de school die zich het meest intensief bezighoudt met pestpreventie en een aangenaam schoolklimaat!

Ik geloof echt in het principe van jong geleerd, oud gedaan. Als we een kind leren om op een positieve manier om te gaan met zijn medemens, of deze nu gehandicapt is, homoseksueel, een beetje te dik, te klein, te mager, of een hoofdoekje draagt, ...., dan heeft hij/zij zich als volwassene een basis aan waarden en normen eigen gemaakt en zal hij/zij zich daar ook naar gedragen. De basis voor onze moraliteit wordt gelegd in de kinderjaren. Daarom vind ik het zo belangrijk dat scholen zich niet alleen richten op enkel het doorgeven van kennis maar zich ook engageren om kinderen en jongeren te helpen socialere en creatievere mensen te worden.

1 opmerking:

  1. Aan dit onderdeel heb ik tekst toegevoegd (in rood) om mijn leerdoelen en inzichten te verduidelijken.

    BeantwoordenVerwijderen