zondag 3 april 2011

Extra literatuur: Pesten verpest ‘t – Met kinderen in gesprek over pesten en gepest worden

Dit boekje (± 60 pagina’s) is een uitgave van Stichting Chris (de landelijke werkende stichting voor Christelijke Kinder- en Jeugdhulp in Nederland). In België wordt het boekje verdeeld door het Centrum voor Pastorale Counselling v.z.w. te Heverlee.

In het voorwoord wordt het boek omschreven als een “praatboek”. Het doel van dit praatboek is om ouders en opvoeders een beginpunt aan te reiken om met kinderen en jongeren te gaan praten over het thema pesten. Het tracht aan de hand van een aantal verhalen kinderen een dieper inzicht te geven over wat pesten is en hoe ze met pestgedrag moeten omgaan. Zo wordt er o.a. beklemtoond dat praten over het probleem met een vertrouwde volwassene vaak de beste oplossing is. Een groot percentage van alle gepeste kinderen praat er niet over omdat ze bang zijn om het probleem alleen maar groter te maken. Deze hardnekkige foute redenering wordt in het boek weerlegd.

Het boekje begint met wat achtergrondinformatie: pesten wordt duidelijk omschreven alsook het verschil tussen plagen en pesten en de kenmerken van slachtoffers en pestkoppen. Er wordt ook verklaard waarom pesten vaak lang verborgen blijft, welke psychische oorzaken aan het pestgedrag ten grondslag liggen en welke de de gevolgen voor zowel de pester als de gepeste zijn op de lange termijn. Dit informatief blokje eindigt met concrete adviezen voor ouders, leerkrachten en andere volwassenen die te maken krijgen met een pestsituatie.

In het boekje zijn vier verhalen opgenomen: Waar is Lisette?, Peter krijgt een vriend, Karin pest nu zelf en Michiel is ten einde raad. De verhalen hebben een opbouw in leeftijd. Het is de bedoeling dat ouders/leerkrachten en kinderen samen de verhalen lezen én bespreken. Achter elk verhaal staat een aantal gespreksvragen die het gesprek op gang kunnen trekken.

Het eerste verhaal is bedoeld voor kleuters. De vijfjarige Lisette wordt op het speelplein gepest door Marco. Ze vlucht in paniek weg. Wanneer haar ongeruste mama haar terugvindt en Lisette haar verhaal doet, blijkt dat Marco ook op school de pestkop uithangt. Lisette heeft dat echter nooit thuis verteld. In dit verhaal wordt de kleuters aangeleerd niet te zwijgen over pesten maar om een volwassene hierover aan te spreken. De mama van Lisette reageert ook op een rustige manier, zonder verwijten te maken. Dit geeft Lisette de kans en de moed om verder te praten over haar probleem. Ze voelt zich beschermd. Marco heeft spijt van zijn gedrag en komt sorry zeggen. Het verhaal gaat dus ook in op het betuigen van spijt en het vergiffenis schenken.
Het tweede verhaal is bedoeld voor kinderen van 6 tot en met 8 jaar. Peter heeft vriendschap gesloten met de zondebok van de klas. Het resultaat is dat hij nu ook uitgesloten wordt. In dit verhaal wordt de rol van de ouders erg benadrukt. De moeder van Peter heeft snel door dat Peter een probleem heeft en vraagt hem om haar in vertrouwen te nemen. De moeder van Peter’s beste vriend doet het helemaal fout. Ze doet of ze niets ziet als haar zoon zijn voormalige beste vriend in de winkel negeert. Ze steunt het pestgedrag van haar zoon in plaats van hem op de vingers te tikken. Ouders moeten leren welke signalen kinderen uitzenden als ze gepest worden of als ze een pestkop zijn. De ouders mogen deze signalen niet negeren maar er juist op inspelen. De pester moet gecorrigeerd worden of hij zal zijn pestgedrag verder zetten in zijn volwassen leven. Het slachtoffer moet ook geholpen worden zodat hij zijn eigenwaarde en zelfvertrouwen terug kan opbouwen.
Het derde verhaal is bedoeld voor kinderen van 9 tot 11 jaar. Karin is op de vorige school het slachtoffer geweest van pestgedrag. Op de nieuwe school wordt ze wel aanvaard maar gaat ze met de anderen een ander meisje pesten. Ze weet best dat pesten niet fijn is en toch speelt ze het spelletje mee om bij de groep te kunnen horen. Het verhaal waarschuwt kinderen die gepest werden om niet zelf te gaan pesten als ze hiervoor de kans krijgen. Verder wordt er ook verteld dat kinderen naar de kindertelefoon kunnen bellen als ze een probleem hebben.
Het laatste verhaal is geschikt voor jonge tieners. Michiel wordt gepest maar praat hierover met niemand. Hij hoopt dat als hij geen actie onderneemt de pesters vanzelf gaan stoppen met hun pestgedrag. Dit is niet zo want de pesters vinden dit net grappig. De pesterijen gaan erg ver: het blijft niet alleen bij uitschelden en het uit de groep stoten; de spullen van Michiel worden vernield en hij wordt afgeperst. Hij durft zich echter niet te verweren. Michiel onderneemt een zelfmoordpoging. In dit verhaal wordt jongeren duidelijk aangeleerd dat alles opkroppen kan leiden tot zware depressie en gedachten over zelfdoding en dat praten over je problemen met een volwassene nodig is. De pesters aan de andere kant leren dat pesten niet leuk is en tot vergaande gevolgen kan leiden. Ze leren dat ze verantwoordelijk zijn voor hun gedragingen.

Persoonlijk vind ik het een praktisch boekje. Het is vrij beknopt maar de essentiële informatie is aanwezig. De verhalen zijn zeker bruikbaar als gespreksopener over pesten. Ik was zeer verrast over het cijfermateriaal dat gegeven wordt: o.a. ‘in het basisonderwijs grijpt de leerkracht volgens 80 % van de leerlingen niet in, terwijl dit in het secundair onderwijs volgens 98 % van de leerlingen niet gebeurt’. Dit zijn halucinante cijfers! Het zijn weliswaar cijfers uit 1999 en ik hoop dat met alle projecten in verband met pesten die er de laatste jaren in de scholen werden gehouden, dat deze cijfers tegenwoordig minder hoog zijn. Toch toont dit ook weer aan hoe belangrijk het is om op school over pesten te praten en om leerkrachten voldoende weerbaar te maken om dit probleem – zowel preventief als daadwerkelijk – aan te pakken.

Kinderen hebben nood aan structuur en begeleiding op hun weg naar volwassenheid. Leerkrachten kunnen hier een belangrijke rol spelen. De verhalen in dit boek zijn bedoeld om kinderen een inzicht te geven over goed en kwaad, over goed handelen en immoreel handelen. Basiswaarden en -normen worden aangeboden: pesten doet pijn en is onaanvaardbaar en behandel iedereen met respect. Ook wordt er nadruk gelegd op het melden van pestgedrag en het zoeken naar hulp.

Bron: Pesten verpest ‘t – ISBN: 90-71813-17-7 (uitgave: 1999)


Leerpunten en inzichten
Met dit boek sluit ook ik tevens het onderdeel “Extra literatuur” af. Het leerdoel van dit deeltje was na te gaan wat het aanbod van boeken is die pesten als thema hebben. Het is duidelijk dat jeugdschrijvers dit onderwerp niet uit de weg gaan! Voor elke leeftijdscategorie is er meer dan voldoende materiaal om te gaan werken rond pestgedrag. Een gemotiveerde leerkracht zal het heus niet moeilijk vinden om de geschikte literatuur te vinden die zijn/haar leerlingen zal aanspreken en activeren.

2 opmerkingen:

  1. http://www.pastoralecounseling.org/shop/nl/p37.html

    letterlijk overgenomen van bovenstaande site???

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik kan heel bondig antwoorden op uw vraag: neen, mijn tekst is niet letterlijk overgenomen van bovenstaande site. Ik heb deze site zelfs niet gebruikt. Ik heb mijn tekst opgebouwd vanuit de inhoud van het boek zelf. Ik geef toe dat de inhoud van de tekst op de site erg gelijk loopt met wat ik geschreven heb. We geven allebei een overzichtelijke korte inhoud van het boek. Maar omdat ik toch rekening wil houden met uw opmerkingen, heb ik mijn tekst gedeeltelijk herschreven. Ik heb er nog meer voorbeelden uit de verhalen in verwerkt zodat ik kan bewijzen dat ik het boek echt aangekocht, gelezen en bestudeerd heb. Ik heb ook mijn leerdoel en inzicht verwoord.

    BeantwoordenVerwijderen